Kwaad geluk
×
Kwaad geluk Kwaad geluk
Nederlands
2023
Volwassenen
Verhalenbundel over onbereikbaar geluk en familie- en relatieproblemen.

De Morgen

Heerlijke doorsneetjes van ellendige levens, met een plakje humor
Dirk Leyman - 21 januari 2023

Het blijft bizar hoe het sommige auteurs vergaat: gevierd en op handen gedragen bij leven, daarna langzaam en soms voorgoed in de vergeetput. Toch worden we de laatste jaren verwend met fameuze herontdekkingen, van John Williams (Stoner) en R.C. Sherriff tot Nobelprijswinnaar Roger Martin du Gard of in Nederland Dola de Jong. Alsof alle uitgevers een hele machinerie in gang hebben gezet om hun eigenste literaire klassiekers op te sporen. En het lezerspubliek lust er wel degelijk pap van. Dat ook vergeten vrouwelijke auteurs daarbij ontsloten worden, is een extra winstpunt.

De Deense Tove Ditlevsen (1917-1976) - in eigen land ooit erg populair - groeide zelfs uit tot een wereldwijd fenomeen dankzij haar Kopenhagen-trilogie (met Kindertijd, Jeugd en Afhankelijkheid). Dit prangende memoires-drieluik toonde de geaccidenteerde zoektocht van een arbeiderskind uit de volkswijk Vesterbro naar een evenwichtig en onafhankelijk bestaan. Tot Ditlevsen besefte dat het geluk haar steeds weer zou voorbijlopen. Ze raakte gebarricadeerd in vreugdeloze huwelijken (vier in totaal) en belaagd door depressies. Door haar verslaving aan pijnstillers raakte ze helemaal van het padje af.

Toch kun je het oeuvre van Ditlevsen amper nog wegdenken uit je boekenkast - canonwaardig is het, ja. Een schrijfster van wie je elke vertaalde snipper met een zekere unheimische spanning tegemoet ziet. En gezien haar uitgebreide oeuvre - zowat dertig dichtbundels, romans, korte verhalen en memoires - valt er nog flink wat te verwachten. Vorig jaar verscheen De gezichten, waarin we afdaalden in de duistere, galopperende geest van een kinderboekenschrijfster die compleet haar greep op de realiteit verliest. Nu is er de vroege verhalenbundel Kwaad geluk uit 1963. En natuurlijk is geluk - de Engelse titel luidt niet toevallig The Trouble with Happiness - een begeerd maar onbereikbaar goed.

Deplorabele, vastlopende levens vol gemiste kansen, huwelijkse spanningen, oprispende of maar net onderdrukte woede: het passeert allemaal de revue in deze verhalen. Ze hebben soms veel weg van de kitchen sink dramas, die in het Britse toneel uit de jaren 1950 in trek waren, met benauwende huis-tuin-en-keukentaferelen uit de lower class. Maar Ditlevsen voegt er een heel eigen dimensie aan toe; ze tilt haar proza op een hoger, soms vervreemdend plan. Toch is er steeds dat heldere taalgebruik, genadeloos scherpe waarnemingsvermogen en die beeldrijke trefzekerheid. Die brengt je als lezer soms aan het trillen als een espenblad.

Vaak leven man en vrouw op elkaars lip, tergen en terroriseren ze elkaar. Het ongemak spat van de pagina's. Met bijvoorbeeld deze bedrieglijke eerste zin uit het openingsverhaal 'De dolk': 'Hij bestudeerde zijn nog slapende echtgenote ernstig en intens, alsof ze een wiskundig probleem vertegenwoordigde dat moest worden opgelost voor hij zijn aandacht op andere dingen kon richten.' De vaderlijke schenking van een geërfde dolk aan zijn zoontje lijkt een gruwelijk drama aan te kondigen. Maar Ditlevsen zet ons even graag ook op het verkeerde been.Er is de vrouw (in het verhaal 'Angst') die met afgrijzen het kraken van het bed, waar haar man in ligt, registreert. Haar echtgenoot is corrector op een krant bij nacht en is overdag thuis. 'Hij werd ontzettend boos op haar als hij drukfouten was tegengekomen, en het was ook echt vervelend, dacht ze, aangezien hij zijn werk zo goed deed'. Ze doet haar best 'zo min mogelijk ruimte in te nemen'. Zoals wel meer vrouwen in deze verhalen, zich wegcijferend of amper in staat het heft in handen te nemen. Of toch? Er is de hertrouwde Helene, die de dag uitsluitend doorbrengt 'met het voeden van haar neerslachtigheid' en 'het gevoel heeft dat haar hele leven één groot fiasco was'. Tot de intimidatie van het arrogante dienstmeisje Hanne - die een geheim lijkt aan te roeren - haar te veel wordt. Zet zij orde op zaken?

Hallo, theatermakers?

In 'Goede zaken' zien we hoe de zwangere Grete licht medelijden vertoont met een alleenstaande, pas gescheiden moeder die, wanhopig op zoek naar geld, ingaat op een te laag bod voor haar huis, bedisseld door een manipulatieve makelaar en haar man. 'Je kent degene met wie je getrouwd bent niet eens', is het leidmotief, een courante baseline bij Ditlevsen. Woede en frustratie kunnen bovendien redeloos opspoken, verloren illusies zijn er in overvloed. Toch serveert Ditlevsen af en toe ook een plakje bittere humor.

Hoeveel beklijvende zinnen vallen er in Kwaad geluk niet ijverig aan te strepen? Zoals deze, uit het verhaal 'Herhaling': 'Het huis leek wel uit boter gesneden, een geel, zacht vierkant dat kon smelten of in elkaar kon storten en misschien zou het er morgen niet meer staan.' Een zin die Ditlevsens stijl ook ten volle typeert en haar vertelkracht blootlegt. Een zin met zo'n typische onverwachte tournure, in staat om in een oogwenk een leven te ontwrichten. Zo zijn Ditlevens tranches de vie op hun best ook ware masterclasses in short story's, met bovendien een ongemeen sterke theatrale kracht. Theatermakers, waarop wachten jullie?

De Standaard

Getrouwd, maar eenzaam
Maria Vlaar - 11 februari 2023

Soms kun je een boektitel maar beter letterlijk nemen. Tove Ditlevsens Kwaad geluk, in 1963 in het Deens verschenen en nu in het kader van Ditlevsens herontdekking vertaald, is zo'n titel. Alle elf verhalen gaan over verraderlijk gezins­geluk en de traditionele, onderdrukte rol van een echtgenote en moeder en spelen zich af op een op het eerste oog harmonieus huiselijk toneel. Vaders onttrekken zich met gemak aan de verstikkende geborgenheid, zoals in het eerste verhaal waarin een man zich voort­durend irriteert aan zijn echtgenote en kind; zij 'blokkeerden zijn plannen'. Als zijn zoontje een dolk kwijtraakt, die zijn vader hem gaf, laat hij zijn meest duistere gedachten toe. Hij wil voorgoed afrekenen met zijn vrouw: 'In een glimp zou het kind inzien dat er geen bescherming meer te vinden was bij zijn moeder. Met één klap zou het zwaartepunt in zijn wereld verschuiven naar de sterke.'

Tove Ditlevsen (1917-1976) weet waar ze het over heeft. Zelf kreeg ze vier kinderen van drie dominante echtgenoten, en leidden aangeprate schuldgevoelens dat ze een slechte moeder zou zijn tot psychische problemen en verslaving. Maar schrijven deed ze tegen de keer, tot ze zichzelf in 1976 van het leven beroofde, met de autobiografische Kopenhagen-trilogie als hoogtepunt. Haar romans en verhalen over de worsteling met het gezinsleven van schrijvende vrouwen worden met terugwerkende kracht door uitgevers en lezers ontdekt, zoals ook de levenservaringen van Annie Ernaux eindelijk voor vol worden aangezien nu ze de Nobelprijs heeft gekregen.

Een echtgenote die koffiedrinkt in haar ­eigen keuken en er zorgvuldig op let dat het lepeltje niet tegen de rand tikt, bang dat ze haar man wakker maakt . Een jong echtpaar met een kind op komst, dat een koopje slaat uit de ellende van een in de steek gelaten vrouw met drie kinderen, eentje nog in de wieg, die afhankelijk is 'van andere mannen die keken alsof ze wel begrepen waarom hij haar had verlaten'. Een wanhopige vrouw van boven de veertig die niet meer aangeraakt wordt door haar man en haar frustratie afreageert op haar energieke huishoudster Hanne, die 'jong, verwaand en vol onderklassewrok' zou zijn. De vrouwen zijn getrouwd maar eenzaam tot op het bot, en lijden aan het huisvrouwensyndroom. Naar onderlinge solidariteit tussen vrouwen is het zoeken met een lampje: de tweede feministische golf moet nog van start gaan. Ditlevsen heeft in deze verhalen geen enkel vertrouwen in het huwelijk en laat een van de vrouwen het angstaanjagend vinden 'om met één hele persoon getrouwd te zijn'. Toch is ongebondenheid geen lonkend perspectief van vrijheid, maar vooral een onherstelbaar verlies. Zoals in 'Herhaling' waarin Edith probeert zich in haar 'maneschijnhuis' dat wel uit boter gesneden lijkt, 'een geel, zacht vierkant dat kon smelten of in elkaar storten', voor te stellen wat voor leven ze leidt als haar man haar de scheiding aanzegt. Misschien ooit echte bergen zien, in een ander land? Hoe dat is 'zou Edith nooit te ­weten komen', eindigt het verhaal.

Mijn grootvader zong het vijftig jaar ge­leden al Johnny Jordaan na: 'O, was ik maar nooit getrouwd, dan had het mij nooit berouwd.' Soms overheerst die geur van vroeger enigszins in deze verhalen, hoe speels, spits en beeldrijk Ditlevens taal ook is. Zijn we dit station al niet gepasseerd? Is Denemarken niet een van de meest geëmancipeerde landen ter wereld? Tot het besef doordringt dat er nog steeds overal ter wereld vrouwen tegen hun zin in het keurslijf van een huwelijk worden gedwongen en femicide ook in Europa aan de orde van de dag is. Dan willen we ­Ditlevsens stem horen, net zoals we Simone de Beauvoir willen horen, Alice Munro, Sylvia Plath en Rachel Cusk.

Vertaald door Lammie Post-Oostenbrink, Das Mag, 140 blz., € 19,99 (e-boek € 12,99).

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een literaire verhalenbundel over menselijke strubbelingen. In de verhalen is geluk een onbereikbaar ideaal. Thema’s zijn gestrande huwelijken, overspel, obsessie, controlerende moeders en luie echtgenoten. In nuchtere, lichtvoetige stijl geschreven. Voor een brede tot literaire lezersgroep. Tove Ditlevsen (Kopenhagen, 1917 - Kopenhagen, 1976) was schrijver, dichter en autobiograaf. Ze schreef dertig romans en poëziebundels, had een adviescolumn, trouwde vier keer en kampte met verslavingen en depressies. De afgelopen jaren werd ze ook buiten de Deense grenzen opgemerkt en brak ze in Nederland en België definitief door. Ze won meerdere literaire prijzen, zoals de Gyldne Laurbær en de Søren Gyldendal Prize. 'Kwaad geluk' werd oorspronkelijk gepubliceerd in 1963.