De dood in haar handen

De dood in haar handen
Andere formaten:
Besprekingen
Waanzin, een zaak van algemeen belang
Ottessa Moshfegh weet dat iedereen zijn leven doorbrengt in een verzinsel. De dood in haar handen is een labyrint.
D e dood in haar handen, de derde roman van de Amerikaanse schrijfster Ottessa Moshfegh, begint met een briefje dat onder een paar kleine stenen in een berkenbos op de grond ligt: 'Haar naam was Magda. Niemand zal ooit weten wie haar heeft vermoord. Ik was het niet. Hier ligt haar lichaam.' Toch blijkt van een lijk geen sprake te zijn, zodat de vraag zich opwerpt wat het papiertje in kwestie juist is: grap of grafzerk?
Vesta Gul, de 72-jarige weduwe die na de dood van haar man een goed jaar geleden haar echtelijke woning verruild heeft voor een zich duizenden kilometers verderop bevindend huis aan de rand van een meer in het midden van nergens, neigt aanvankelijk nog naar het eerste ('Iemand speelt een spelletje'), maar slaagt er vervolgens algauw in om zichzelf ervan te overtuigen de zaak wel degelijk ernstig te nemen. Sterker nog, haar vondst van het briefje tijdens een ochtendwandeling met haar hond Charlie vormt niet veel later al de opmaat van een speurtocht die Vesta o…Lees verder
Oma en de wolf
Ottessa Moshfegh beent een horrorverhaal uit tot er een prachtig taalgeraamte overblijft. Sidder en lees.
Alsof ze een griezelfilm is binnengestapt, zo voelt Vesta Gul zich. Het is nochtans maar een briefje dat ze midden in het bos heeft gevonden, een klein stukje papier met daarop een halve bekentenis: Magda is vermoord en ze ligt hier begraven. Maar de auteur beklemtoont ook zijn onschuld: ik heb het niet gedaan, echt niet.
Vesta denkt aanvankelijk aan een grap maar terwijl ze met haar trouwe hond Charlie haar boswandeling voortzet, slaat haar fantasie aan. Nu ze erover nadenkt, beseft ze dat ze hier alleen woont, omringd door wouden – haar dichtste buren wonen mijlenver –, dat zij de enige is die hier wandelt en dat de boodschapper het briefje speciaal voor haar heeft achtergelaten. Ze is dan wel een fragiele weduwe die de tachtig nadert, maar ze is eerder nieuwsgierig dan bang. Wijlen haar man Walter mocht dan wel spotten met haar fascinatie voor Agatha Christie maar al die detectiveromans komen haar nu goed van pas. Vesta wil uitzoeken wie Magda was en of er een…Lees verder
Miss Marple met te veel fantasie
Ottessa Moshfegh schrijft een pesterige Agatha Christie-persiflage, een echte Moshfegh.
De nieuwe roman van Ottessa Moshfegh opent met een mysterie. Er is een lijk - althans, het zou ergens moeten liggen - en er is een vertelster, een oudere vrouw die alleen woont aan de rand van het bos, buiten een klein dorp ergens aan de oostkust van de VS. Dat deze vrouw, genaamd Vesta Gul, geheel op eigen houtje detective zal spelen is ook snel duidelijk. Haar naam klinkt excentriek genoeg voor een Bondfilm en de titel zou zo uit het oeuvre van Nicci French kunnen komen. Maar wie Moshfegh kent weet dat ze spelletjes speelt met zulke clichés, en dat van een traditionele whodunnit beslist geen sprake zal zijn. "Als het geen practical joke was, dan zou het de eerste alinea van een verhaal kunnen zijn, door de schrijver verworpen als valse start". Wat we in handen hebben is een pesterige Agatha Christie-persiflage, met een vleugje Stephen King en een flinke snuif Shirley Jackson. Of liever: een echte Ottessa Moshfegh.
Ottessa Moshfegh schreef eerder de sterke verhalenbu…Lees verder