De debuutroman van Margot Vanderstraeten
Terugbijten om te overleven
Waarin verschilt echte literatuur van triviale? Een gewone lezer ligt er vast niet wakker van, die leest gewoon, maar literatuurtheoretici beweren dat het verschil tussen literatuur en pulp vooral een kwestie van procédés is. De 'echte literator' tilt de inhoud op een hoger plan door er een aantal literaire procédés op los te laten. Een beproefd en efficiënt literair procédé is rommelen met de chronologie. Herschik de hoofdstukken van een willekeurige Konsalik-roman en je zult zien, het boek komt inderdaad al wat meer in de buurt van wat niet alleen door de theoreticus, maar ook door de verkoper in de categorie bellettrie wordt ondergebracht.
Bellettrie is ook de afdeling waarin je Alle mensen bijten, de debuutroman van Margot Vanderstraeten (1967), zult terugvinden. In een zestigtal korte hoofdstukjes vertelt Vanderstraeten het tragische levensverhaal van het meisje Lydia; de chronologie van dit…Lees verder
De debuutroman van Margot Vanderstraeten
Terugbijten om te overleven
Waarin verschilt echte literatuur van triviale? Een gewone lezer ligt er vast niet wakker van, die leest gewoon, maar literatuurtheoretici beweren dat het verschil tussen literatuur en pulp vooral een kwestie van procédés is. De 'echte literator' tilt de inhoud op een hoger plan door er een aantal literaire procédés op los te laten. Een beproefd en efficiënt literair procédé is rommelen met de chronologie. Herschik de hoofdstukken van een willekeurige Konsalik-roman en je zult zien, het boek komt inderdaad al wat meer in de buurt van wat niet alleen door de theoreticus, maar ook door de verkoper in de categorie bellettrie wordt ondergebracht.
Bellettrie is ook de afdeling waarin je Alle mensen bijten, de debuutroman van Margot Vanderstraeten (1967), zult terugvinden. In een zestigtal korte hoofdstukjes vertelt Vanderstraeten het tragische levensverhaal van het meisje Lydia; de chronologie van dit verhaal is zo grondig door elkaar geschud dat je aanvankelijk spontaan aan een goedkope truc denkt. Heeft dit procédé één andere bedoeling dan het ons, lezers, wat moeilijker te maken, en ons zodoende de indruk te geven dat wij hier met echte literatuur te maken hebben - terwijl we toch niet veel meer opgediend krijgen dan het droevige, voor velen onder ons helaas nogal herkenbare verhaal van Lydia, een meisje dat moet opgroeien in een huis "dat mijn thuis hoorde te zijn omdat ik er een kamer had, en waar iedereen zweeg of schreeuwde en waar aan tafel niets lekker smaakte omdat de stilte als een gif door de gerechten trok, waar iedereen behalve mijn moeder bezweek onder het gewicht van Demis Roussos en waar zelfs de drank en pillen niet meer tot plezier of ontspanning konden leiden"?
Toch wel, en veel hoofdstukjes heeft Vanderstraeten ook niet nodig om je daarvan te overtuigen. Als het zo radicaal door elkaar halen van de chronologie in Alle mensen bijten al een trucje is, dan wel een trucje dat deze debutante als weinig anderen beheerst en zelfs tot een essentieel element van haar compositie maakt. Vanderstraeten laat de hoofdstukken botsen, rijmen en elkaar spiegelen dat het een aard heeft. Het is een geraffineerd spel dat voor vaart, spanning, ontroering en humor zorgt, anders gezegd: net als de taal dit boek op een hoger plan tilt. Helaas is het ook een spel dat met zoveel plezier gespeeld wordt dat er niet tijdig werd opgehouden.
Heel aardig, en net niet te expliciet, is nog de samenhang tussen bijvoorbeeld het hoofdstuk waarin het jonge meisje Lydia een op het aanrecht gezeten non manueel moet bevredigen, gevolgd door het hoofdstuk waarin het de beurt is aan de jonge vrouw Lydia om op het aanrecht plaats te nemen. "En nu mag Didier komen", bedenkt ze aldaar gezeten. "En vijf tot tien minuten later ik ook." De grens van het al te expliciete wordt echt wel overschreden als de beschrijving van een dolverliefde avond aan het Noordzeestrand wordt gevolgd door een dialoog waaruit blijkt dat het stelletje al aan de huis-tuin-en-keukenruzies toe is. Ongetwijfeld zal het voor vele lezers een geruststelling zijn dat niet alleen hun aanvankelijk zo spetterende relatie op den duur kreeg af te rekenen met kleine ergernissen die kunnen uitgroeien tot grote breekpunten. Maar hadden ook de meisjes van Flair ons op dat punt al niet gerustgesteld?
Toch moet je het Vanderstraeten nageven dat die van Flair het nooit met diezelfde brille zullen opschrijven. Want wat al gezegd werd over de compositie, mag onverkort gelden voor de manier waarop het allemaal is opgeschreven. Met gevoel voor ritme, humor, en, af en toe, overdrijving zet Vanderstraeten een levend personage neer, een meisje of een vrouw wier lijden je niet onberoerd laat. Zeker in de scènes uit het leven van de jonge Lydia doet Vanderstraeten denken aan Bart Moeyaert. Ook zij heeft begrepen hoe je met weinig woorden soms veel sfeer kan oproepen. Van epigonisme kan hier evenwel geen sprake zijn. Daar is Vanderstraetens humor, en bij uitbreiding haar hele wereldbeeld, veel te wrang voor.
Dat deze roman zijn titel niet gestolen heeft, mag intussen duidelijk zijn. Grootgebracht werd Lydia door een drankzuchtige moeder, een afwezige vader en nonnen die niet altijd even begaan zijn met het zielenheil van hun kindertjes. Voor een beetje nestwarmte kon ze terecht bij haar broer Joost, maar die hangt op een donkere dag aan zijn broeksriem te bungelen. Als later de eerste minnaars komen leidt dat al evenmin tot grote levensvreugde. Ontmaagd wordt ze door een vette slager die zich voor een kunsthandelaar uitgeeft, afgewezen door een vriendje omdat ze "er" nog niet klaar voor is, gedumpt door haar eeste grote liefde omdat die na verloop van tijd zijn oog liet vallen op een ander.
Niemand die het deze Lydia zal verwijten dat haar conclusie nogal bitter lijkt. Als blijkt dat alle mensen bijten, is terugbijten misschien wel de enige overlevingsstrategie. In het volste besef dat zo'n leven alleen maar een hondenleven kan zijn.
Een wat armoedige conclusie? Misschien wel. Alle mensen bijten is niet veel meer dan een droefstemmende, knap gecomponeerde en goed geschreven debuutroman. Voorlopig mag dat volstaan.
Met gevoel voor ritme, humor en af en toe overdrijving zet Vanderstraeten een levend personage neer.
Verberg tekst