Besprekingen
Meer van hetzelfde
De nieuwe Lize Spit is er! Liefhebbers van Het smelt kunnen opgelucht ademhalen. Liefhebbers van écht ambitieuze literatuur zullen opnieuw op hun honger blijven.
Lize Spits tweede worp weegt meer dan een halve kilo, telt 570 bladzijden en vraagt om vijf centimeter vrije ruimte in de boekenkast. Om maar te zeggen dat de 32-jarige schrijfster andermaal een dik boek heeft afgeleverd. Ik ben er niet is de opvolger van Het smelt (2016), Spits razend populaire debuutroman over moeizaam opgroeien in een Vlaams dorp en het oneigenlijke gebruik van pingpongballen, lijmstiften en wattenstaafjes. Ik ben er niet wil groter en beter zijn dan zijn voorganger, maar levert vooral meer van hetzelfde. Véél meer van hetzelfde.
De lijvigheid van Spits romans is niet onbelangrijk. Die wordt door de uitgeverij, door lezers én door critici weleens verward met literaire ambitie, en als het Ik ben er niet en Het smelt ergens aan ontbreekt, dan is het wel aan literaire ambitie. Ondanks hun volume zijn de boeken van Lize Spit geen breed uitwaaierende, encyclopedische romans. De pagina's worden goeddeels gevuld met plot. Die van Ik ben er n…Lees verder
Brullen op papier
In haar kloeke tweede roman Ik ben er niet hanteert Lize Spit alle trucs van een binge-watchwaardige Netflix-serie. Niets laat ze over aan de verbeelding. Dat heeft ook nadelen.
Een jonge vrouw gaat zo op in haar werk in een winkel dat ze een aantal paniekerige oproepen op haar telefoon mist. Onheil nadert. Zo begint Ik ben er niet, de kloeke nieuwe roman van de jonge Vlaamse auteur Lize Spit, die vijf jaar geleden verbluffend succes boekte met haar bijna net zo kloeke debuutroman Het smelt.
De jonge vrouw heet Leo. Zij is de verteller van het verhaal dat je 568 bladzijden lang op het puntje van je stoel moet houden. Als schrijver in de dop denkt Leo precies te weten hoe dat moet. Ze analyseert in één moeite door haar eigen klassieke openingsscène: 'Het was een van de eerste scenarioprincipes die we aanleerden op de filmschool: geef kijkers wat kennisvoorsprong ten opzichte van het personage met wie je wilt dat ze meeleven en ze zullen op het puntje van hun stoel zitten, ze zullen naar het scherm willen roepen om het personage te waarschuwen.'
Net als in Het smelt - waarin een jonge vrouw terugkeerde naar haar geboortedor…Lees verder
Gevangen in het verleden
Bijna vijf jaar dienden we te wachten op Lize Spits opvolger van Het smelt . Was die tweede roman het wachten waard?
Leo en Simon zijn al tien jaar een koppel dat lief en leed deelt wanneer Simon op een avond onaangekondigd niet thuiskomt na het werk. Op Leo’s telefoontjes reageert hij niet en haar sms’en beantwoordt hij afwijzend kort. Wanneer hij in de vroege uurtjes toch het bed in stapt, blijkt hij hoogst opgewonden. Hij heeft een tattoo laten zetten, zegt hij, op de achterkant van zijn oorschelp, daar waar ze hun ‘kaaskwekerij’ hebben, de huidplooitjes die ontstaan zijn nadat in zijn kindertijd de stand van zijn flaporen werd gecorrigeerd en die een beetje zurig ruiken – en smaken wanneer Leo eraan likt.
Gek, die plotse tattoo, denkt Leo, maar wat haar daarna overkomt, is nog een stuk gekker. Simon zegt niet alleen zijn job als grafisch vormgever bij een succesvol bureau op, hij zet ook zijn eigen firma op. Voortaan wil hij als zelfstandig ontwerper van tattoos aan de bak komen. In een manische vlaag, waarbij hij amper nog slaapt en zijn bankrekening als …Lees verder
Elke seconde telt in deze roman
Geraffineerd en meedogenloos confronteert Lize Spit de lezer met sluipend wantrouwen.
'Nog elf minuten, winkel' is de 'titel' van het het eerste hoofdstuk van de nieuwe roman van Lize Spit, die in 2016 zo spectaculair en succesvol debuteerde met het vuistdikke Het smelt, een prachtige roman waarvan me vooral nog de sprankelende taal bijstaat, de vuige vernederingen die de jonge vrouw als jong meisje heeft moeten doorstaan, en dat enorme blok ijs natuurlijk, dat ze in haar auto heeft geladen, waarmee ze terugkeert naar haar geboortedorp. Die rit zette het verhaal op scherp.
In Ik ben er niet (opnieuw een flinke pil) hanteert Spit dezelfde techniek. Maar gingen we in Spits debuut vooruit in de tijd - wat gaat ze doen met dat ijs en waarom? - in Ik ben er niet gaan we terug: wat is er gebeurd? Die elf minuten is de tijd die Leo nodig heeft om van die winkel naar huis te fietsen waar zich, naar ze vreest, iets gruwelijks heeft voorgedaan of zou kunnen voordoen wat ze, als ze maar op tijd is, misschien nog kan voorkomen.
Lola rennt
Ik moest denken aa…Lees verder