Lale Güls autobiografische roman Ik ga leven eindigt met de woorden: 'Wordt (waarschijnlijk) vervolgd.' Toen ze ze schreef wist ze nog niet dat haar debuut zo veel los zou maken: mooie woorden van collega-auteurs, interviews, televisieoptredens, een vliegende start in de bestsellerlijst. Maar ook een stortvloed aan haatdragende berichten en bedreigingen. Güls ouders emigreerden in de jaren negentig van Turkije naar Amsterdam, maar ondernamen geen enkele poging tot integratie. In Ik ga leven schrijft Gül, die tot haar zeventiende ieder weekend naar een Koranschool van Stichting Milli Görüș moest, over de islamitische gemeenschap waarin ze is opgegroeid. Ze laat hoofdpersonage Büsra het woord voor haar doen. Een bewuste keuze; zouden haar ouders, die geen Nederlands spreken, toch wat meekrijgen over de inhoud van haar boek, dan zou ze altijd kunnen zeggen dat ze het verhaal verzonnen had, zo vertelde ze in een interview. Verwarrend is het wel, Güls beeltenis vult het omslag en op de achterflap wordt gesproken van een 'ongekend eerlijk relaas'.
Büsra is twintig, een volwassen vrouw die wordt gegijzeld door haar geloof, die leeft met het vooruitzicht op het eeuwige vuur. Muziek mag niet, daten is verboden, ze mag zich niet leuk kleden, zich niet opmaken, ze mag 's avonds niet naar buiten, geen foto's plaatsen op sociale media, geen verjaardagen vieren, niet uitgaan, geen films en series kijken waarin wordt gezoend; de lijst met verboden is ellenlang. "Wat is er dan nog vermakelijk in het leven? Of is het niet de bedoeling dat je je vermaakt? Moet ik leven als een kamerplant? Moet ik naar school en naar mijn werk en doen alsof ik die gevoelens en verlangens niet ervaar, terwijl ik om me heen overal jongens zie die wel de vrijheid hebben daaraan toe te geven? Moet ik dan vervolgens in een huwelijk treden waar alle seks uit is geramd nog voordat het begonnen is, omdat mijn verwekkers een volstrekt humorloze, bloedeloze, en Koranvaste lul voor mij hebben uitgekozen met zo'n verbeten kop bij elke ongehoorzaamheid mijnerzijds, omdat hij opgevoed is met het idee dat hij vrouwen moet bestieren?"
Gül schuwt niets, ze wisselt gedichten af met betogen en pornografische scènes en verhaalt zonder terughoudendheid over de ruzies met haar moeder die steeds verder uit de hand lopen ("Potentaat karbonkel, die ik ook wel moeder noem; de belichaming van het kwaad, de tiran van het nest, een virus waartegen geen kruid gewassen is, een vrouw die tot haar kruin is gevuld met haat en wrok jegens mij, de aanstichter van alle molest en de oorzaak van mijn tragedie"). Veel structuur geeft ze haar boek niet mee, wat het idee versterkt dat het in één woedende zucht geschreven is; een hartstochtelijk relaas over wat het betekent om in een spagaat te zitten tussen twee culturen, tussen het imago van de hoer en de maagd. Gül is giftig, grof gebekt en grappig, maar ook kwetsbaar. Want waar zijn haar lotgenoten? "Niemand ervaart mijn problemen, lijkt het wel, zij leggen zich neer bij de regels. Niemand die óók worstelt met die hoofddoek. Niemand die óók stiekem een blank vriendje heeft. Niemand die óók liever op het strand ligt in een bikini. Niemand die óók elke dag ruzie heeft met haar verwekkers. "
Hamerslagen
Gevangen zitten tussen twee culturen maakt eenzaam, zo leren we ook uit De atlas van overal van Deniz Kuypers. In een van zijn vroegste herinneringen achtervolgt zijn vader zijn moeder met een hamer. >> >> Zij sluit zich met haar dochtertje op in het toilet. "De hamer raakte de deurkruk, vonken vlogen om mijn oren", schrijft Kuypers. "De slagen dreunden door het huis, door mijn hoofd, door mijn hele lichaam." Nog een beeld dat hij nooit zal vergeten: zijn vader die zijn zus Suzan probeert te wurgen omdat ze te laat thuisgekomen is.
Kuypers vader kwam in de jaren zestig vanuit Turkije naar Nederland. Een man met een academische achtergrond die het werk hier geestdodend vond. In Turkije had hij een vrouw en zes kinderen, in Nederland ontmoette hij Kuypers' moeder met wie hij nog twee kinderen kreeg.
Zodra hij oud genoeg was verliet Kuypers het ouderlijk huis en begon aan een zwervend bestaan. Hij verbleef in Amsterdam, in Florence, San Diego, Los Angeles en Denver en woont nu in San Francisco. Met iedere verhuizing liet hij zijn vrienden en spullen achter en verschroeide zijn oude leven. Maar nu is er een gezin, een vrouw en twee kinderen, en de rusteloosheid wil van geen wijken weten, de Amerikaanse droom blijkt toch niet zo sprankelend. Kijkend naar zijn spelende kroost vraagt hij zich af wat zijn vader ertoe bewoog zijn kinderen te slaan en te intimideren. En hij is bang: "Mijn vader was teleurgesteld in wat Nederland hem had beloofd en wat hij zich had verbeeld toen hij Turkije verliet. Nu ik zelf vader én emigrant ben is mijn grootste angst dat ik hierin op hem zal gaan lijken. Stel je voor: je zet alles op het spel en verlaat je geboorteland om het ergens anders opnieuw te proberen, maar dat blijkt niet genoeg te zijn, je bent nog steeds niet tevreden".
Deniz Kuypers schreef eerder de goed ontvangen romans Dagen zonder Dulci en Het ruisen van de wereld en toonde zich een geboren schrijver die de gevoelswereld van zijn personages grondig verkent. In zijn derde (autobiografische) roman gaat hij op zoek naar zijn vader. "Mijn vader was niet altijd de monoliet die thuis op de bank zat te lezen, te roken en te schelden. Dat werd hij. Maar onderweg was hij een dozijn andere mannen, en die probeer ik te vinden." Het is geen gemakkelijke zoektocht, zijn vader laat het verleden liever rusten, er is bovendien sprake van een taalbarrière (Kuypers spreekt geen Turks, zijn vader amper Nederlands) en zijn moeder is bang dat haar zoon de familie door het slijk haalt, moet hij nou écht een boek schrijven over kwesties die zo gevoelig en privé zijn? Dat vraagt Kuypers zichzelf ook regelmatig af tijdens het schrijfproces, zo lezen we. Het leven van zijn vader wordt gekenmerkt door grote verliezen, mag hij daarover schrijven, ook al kent hij de details niet en zal hij verhalen soms moeten fictionaliseren? Ja, besluit hij, het advies van Philip Roth in acht nemend dat je als schrijver 'schaamteloos' moet zijn.
Genadeloos eerlijk
Het levert een genadeloos eerlijke en bovenal prachtige roman op, een monument voor zijn kinderen. "Ik wil mijn kinderen niet alleen op de aarde gezet hebben, ik wil ze kennen, en dat ze mij kennen. In tegenstelling tot mijn vader, die altijd boven me heeft gestaan, nooit naast me." Tijdens de presentatie van zijn boek vertelde Kuypers nog niet geheel bevrijd te zijn van zijn rusteloosheid. Er zijn nog zo veel vragen, hij sluit niet uit dat zijn volgende romans ook autobiografische elementen zullen bevatten. Of Güls boek wordt vervolgd is nog maar de vraag. Een tweede boek staat al in de steigers, maar haar ouders hebben haar verzocht niets meer te publiceren, ze zou haar familie ermee ten schande maken. <<
Lale Gül, Ik ga leven, Prometeus; 304 blz. € 20,00.
Deniz Kuypers, De atlas van overal, Atlas Contact; 376 blz. € 22,99.
Verberg tekst