Jonathan (12, ik-persoon) woont met zijn vader in een grauwe flat in Antwerpen. Zijn moeder is zes jaar eerder overleden, waardoor het met zijn vader niet goed gaat en Jonathan zelf op school wordt gepest. Dat neemt zulke vormen aan dat Jonathan even moet gaan logeren bij zijn oma. Die blijkt nogal afstandelijk te zijn en laat hem al snel aan zijn lot over. Jonathan ontdekt niet alleen dat zijn oma een geheime kamer heeft, maar ook waarom. Als hij bij toeval ook ontdekt over geheime krachten te beschikken, is dat het prille begin voor grote veranderingen, om te beginnen bij oma. Met vaart geschreven fantasieverhaal met voldoende wortels in het gewone leven. Het boek bevat zowel spanning als humor en behandelt meerdere thema’s zoals pesten, misdaad, vriendschap en familieleven. De schrijfstijl is prettig kort en bondig, de dialogen puntig en emoties worden sterk verwoord. De geloofwaardigheid blijft overeind, mede omdat de hoofdpersoon innemend is geportretteerd. Het enige nadeel zou kunnen zijn dat het eind wel erg wensvervullend is, maar dat wordt Jonathan na alle ellende van harte gegund. Eerste kinderboek van deze succesvolle Vlaamse thrillerauteur. Vanaf ca. 10 jaar.