Een aangrijpend persoonlijk verhaal over de ervaringen van een uit Sudan gevluchte kindsoldaat. De vijftienjarige Abu Hamdan uit Omdurman, Sudan, droomt ervan om voor de televisie te werken, net als zijn broer. Terwijl hij een theateropleiding volgt, woedt er in het zuiden en westen van het land een oorlog. Op een dag wordt Abu samen met een vriend door het leger van dictator Omar al-Bashir ontvoerd en naar een trainingskamp gebracht. Ze worden gedwongen om door de moeraslanden van Zuid-Sudan te trekken en maken daar gruwelijke dingen mee. Onverwachte hulp biedt Abu de kans om te ontsnappen, waarna hij, na een gevaarlijke vlucht, in Nederland belandt. Terwijl Abu een nieuw leven probeert op te bouwen is zijn grootste wens is om zijn familie te laten weten dat hij nog leeft. In vloeiende en beeldende stijl geschreven. Met zwart-wit kaart. Abu Hamdam (1983) was ooit kindsoldaat in Sudan en werkt nu in een asielzoekerscentrum als woonbegeleider.