Fonds Cuvelier - Joseph Cuvelier (1869‐1947)
Marie-Charles-Joseph-Theodore Cuvelier (Bilzen 1869 - Sint-Lambrechts-Woluwe 1947) was een Belgisch historicus en algemeen rijksarchivaris van België van 1913 tot 1935. Na Luik, werd Joseph Cuvelier van 1896 tot 1900 adjunct-conservator in het rijksarchief te Brugge . Joseph Cuvelier was een vernieuwer in het Belgische archiefwezen. Hij gaf veel inventarissen uit van rijksarchieven.
Dit fonds van de rijksarchivaris Joseph Cuvelier werd in 2011 overgebracht van de Stedelijke musea naar de Openbare Bibliotheek en bevat geschiedkundige werken.
Fonds voor Maritieme Geschiedenis en Visserij
Fonds aangekocht in 1970, onder impuls van Fernand Traen, schepen voor cultuur van de stad Brugge. Traen was daarnaast ook 26 jaar voorzitter en gedelegeerd bestuurder van de Maatschappij voor Brugse Zeevaartinrichtingen (MBZ). Het fonds bevat naast Franstalige maritieme fictieromans ook non-fictie over maritieme geschiedenis.
Fonds Decoene - Alberic Decoene (1881‐1958)
Kanunnik Alberic Decoene (Wevelgem 1881-Brugge 1958) was een priester, filosoof en pedagoog. Als diocesaan hoofdinspecteur van het vrij kleuter- en lager onderwijs voor het bisdom Brugge, speelde hij een doorslaggevende rol in de onderwijspolitiek. Hij was de auteur van diverse werken en stichtte het Vlaams Opvoedkundig Tijdschrift samen met Frans De Hovre. Zijn ‘pedagogische bibliotheek’, met boeken, tijdschriften, mappen en archief, wordt bewaard in de cultuurbibliotheek van het Sint-Lodewijkscollege in Brugge. Het fonds werd tussen 1973 en 1979 geschonken door Gerard De Waele, directeur van de voormalige Nijverheidsschool (nu SNT/ Stedelijke Nijverheids- en Taalleergangen) aan de Arsenaalstraat te Brugge. Hij had een privécollectie 'Dr. A. Decoene' opgericht samen met enkele oud-studenten, met als doel 'het samenbrengen van een pedagogische bibliotheek, die getuigt van het werk en de invloed van A. Decoene'.
Fonds de Giey - Suzanne de Giey (1894‐1991)
Suzanne de Giey (Elsene 1894-Damme 1991), geboren Parmentier, was een Belgisch Franstalig schrijfster die zeventien werken uitgaf, meestal in eigen beheer, en een kroniekschrijver voor de Franstalige pers in West-Vlaanderen en Brugge. De familie de Giey, een familie van grootgrondbezitters, behoorde tot een adellijk geslacht van Franse origine. Langs vaderszijde stamde Suzanne uit een gegoede familie. Haar grootvader Eugène Parmentier stichtte in 1860 de Usines Cottonières de Belgique te Gent. De vader van Suzanne was de bekende kunstschilder Paul Parmentier uit Knokke, die vertoefde in de kunstenaarskringen van het fin de siècle. Deze collectie weerspiegelt een adellijke en artistieke interessesfeer, met accenten op genealogie, heraldiek, jacht, (kunst)geschiedenis, botanica en letteren. Suzanne had interesse voor Franstalige literatuur, binnenhuisdecoratie en botanica. Haar echtgenoot Paul was een ervaren boekbinder en ontplooide zich als bouwheer met de bouw van een villa te Knokke en de laatste in Vlaanderen gebouwde waterburcht te Beernem. Het fonds is afkomstig uit het laatste verblijf van Suzanne de Giey aan de Freren Fonteinstraat 1 te Brugge (nu hotel Brito) en werd in 1992 bij legaat aan de bibliotheek overgemaakt.
Fonds De Zeine - Hendrik De Zeine (1864-1925)
Hendrik De Zeine’s hoofdberoep was journalist, redacteur-uitgever en drukker van diverse kranten en een tijdschrift. Daarnaast schreef hij “Mengelwerken”, volksverhalen in navolging van de (Franse) 19de-eeuwse krantenfeuilletons in diverse kranten. Hij was de auteur van toneelwerken, melodrama’s, kluchten en ook van gedichten, muziek en tal van artikelen. Zijn werk beantwoordt niet aan hetgeen wij nu onder literatuur verstaan. Maar in een tijd waarin er slechts sporadisch een boek verscheen, heeft hij niettemin gezorgd voor ontspannende lectuur voor het volk. De Zeine schreef in een taal die men vrij populair kan noemen, een taal die dicht bij het volk stond. Hendrik De Zeine was even populair in zijn tijd als Abraham Hans (1882-1939) kort na hem. Het fonds Hendrik De Zeine werd in 2016 geschonken door Paul Saelens en Martine Mensaert, familie van Hendrik De Zeine.
Fonds Dochy - Joseph Dochy (1900‐1959)
Kanunnik Dochy (Ardooie 1900-Brugge 1959), bibliofiel en kunstkenner, was een priester met een gedreven passie voor kunst en literatuur. Na zijn studies in Leuven werd hij leraar aan het Sint-Lodewijkscollege in Brugge (1925-1932), principaal in Moeskroen (1932-1936) en principaal in Brugge aan het Sint-Lodewijkscollege (1936-1947). Op pastoraal gebied werd hij aangesteld als pastoor in Blankenberge in 1947 en later in diezelfde functie in de Brugse Sint-Salvatorskathedraal. Reeds vroeg publiceerde hij in het tijdschrift 'Biekorf'. 'Schilderkunst te Brugge ', een geïllustreerde gids van zijn hand (1947), kende een groot succes. Hij was de eerste voorzitter van De Vrienden van de Brugse Musea en voorzitter van het Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, dat het tijdschrift 'Vlaanderen' uitgaf, nu “Kunsttijdschrift Vlaanderen”. Zijn neef E.H. Robert Vanden Berghe vulde de collectie van zijn oom aan. De verzameling is overwegend geschiedkundig van aard, met het accent op Brugge. Fonds door schenking van de familie Dochy‐Vandenberghe in 2000.
Fonds Engels klooster (1802‐1973)
Het Engels klooster of The English Convent, ook genaamd Priorij van Nazareth, is een congregatie die behoort tot de kanunnikessen van Windesheim. Het klooster bevindt zich in de Carmersstraat te Brugge en werd gesticht in 1629. De Franse Revolutie dreef de zusters terug naar Engeland. In 1802 keerden ze naar Brugge terug. De gemeenschap kreeg toen de naam "Engels Klooster". Hier overleed Guido Gezelle, de directeur of Chaplain in 1899. In de 19de eeuw was er aan het Engels klooster een school verbonden met als doel Engelstalige meisjes uit diverse landen een godsdienstige opvoeding te verschaffen. Het meisjespensionaat van het Engels Klooster telde rond 1900 een 70-tal leerlingen. Het pensionaat bestond uit hoog gekwalificeerde meisjes uit de hoge adel, afkomstig uit Groot-Brittannië. Hun voertaal was hoofdzakelijk Engels en Frans. De school bestond uit twee afdelingen: de Engelse school/pensionaat en een school voor ‘vreemdelingen’ (uiteenlopende nationaliteiten: Canada, Scandinavië, enz.) waar Frans de voertaal was. In 1973 werd deze school opgeheven en verbouwd tot een gastenverblijf. De naam "Nazareth" werd voor dit onthaalhuis behouden. In 2008 werd het gedeelte gastenverblijf aangekocht door de vzw Hemelsdaele-Sint-Leocollege, die er een internaat van maakte. De bijzondere collectie die in 2009 bij schenking naar de Biekorf verhuisde, is afkomstig van de schoolbibliotheek en niet van de kloosterbibliotheek. Deze schoolbibliotheek bestaat uit twee delen: handboeken voor de Franse en handboeken voor de Engelse literaire leergangen.
Fonds English - Michiel English (1885‐1962)
Priester Michiel English (Brugge 1885-1962) begon zijn loopbaan als leraar aan het Sint-Amandscollege in Kortrijk in 1910. In 1919 werd hij door het bisdom tot ceremoniemeester van het kapittel van de Brugse Sint-Salvatorskathedraal aangesteld. In 1933 kreeg hij de taak om als archivaris-bibliothecaris het archief van het bisdom open te stellen. English was ondervoorzitter van het Genootschap voor Geschiedenis, het Oudheidkundig Genootschap van Gruuthuuse en de Commissie voor Monumenten en Landschappen, en was lid van de Commissie van de Kerkelijke Kunstschatten in Brugge. Hij schreef talrijke bijdragen in tijdschriften in West-Vlaanderen en Brugge. English was vooral bekend bij het Brugse publiek met zijn 'Dagklappers' (1945-1962) in het parochieblad voor de stad Brugge. Wekelijks verzorgde hij bijdragen over wetenswaardigheden met betrekking tot de (kerk)geschiedenis, religie, volksreligie, heiligenfeesten, die hij naargelang het kalenderjaar invulde of schreef naar aanleiding van een bijzondere gebeurtenis. Dit is ook wat het fonds inhoudt. De 'Dagklappers' zijn in 1985-1986 gebundeld en heruitgegeven. Het fonds werd in 1965 door de Stad Brugge en de Provinciale bibliotheek verworven en in 1969 gedeeltelijk naar de Openbare Bibliotheek Brugge overgebracht. In 2009 werd een deel van de Englishboeken in de museumbibliotheek aangetroffen en naar de Openbare Bibliotheek verhuisd.
Fonds Kring Zeevaart en Overzeese belangen (1921 - …)
De VZW ”Kring voor Zeevaart en Overzeese Belangen”, werd opgericht in 1921 onder de naam “Comité du Cercle Colonial et Maritime - Komiteit van den Kolonialen en Maritiemen Kring”, en organiseerde in de eerste helft van vorige eeuw tentoonstellingen en voordrachten rond de Belgische kolonies en havens, en hield ook havenbezoeken. Dit met het doel de economische belangen van België op koloniaal en maritiem gebied te promoten. De vereniging had een lokaal en museum in 't Keerske in de Philipstockstraat in Brugge en legde daar een verzameling boeken aan rond de Belgische kolonies, de nationale en internationale havens en de haven van Zeebrugge. Het fonds werd door de stad Brugge aangekocht in 1989. Het fonds bevat werken over de vroegere Belgische kolonies, werken over het ontstaan van de haven van Zeebrugge en talrijke werken over wereldhavens.
Fonds Mertens - Ir. André Mertens (1909-1998)
André Mertens (Gent 1914 - Brugge 1998), een burgerlijk ingenieur, was een van de plannenmakers voor de nieuwe haven van Zeebrugge. Hij voorzag in de jaren 1960 een superzeekanaal dat Zeebrugge via Gent-Zelzate zou verbinden met Antwerpen. Op zee stelde hij een voorhaven van 140 hectaren voor. Uiteindelijk werd de huidige zeehaven naar het plan Verschaeve uitgewerkt. Het fonds bevat 80 archiefdozen met een verzameling brochures over havens, samengesteld en deels geschreven door Mertens. Dit fonds werd in 1984 aan de Stad Brugge geschonken.